Waarom is rijmen voor kinderen met dyslexie zo lastig?
Met Sinterklaas in het land rijmen we er weer heerlijk op los.
Heb je dyslexie? Dan ben je de klos.
Want dat rijmen is zo makkelijk nog niet,
je bent niet ineens een rijm-piet.
Wat is dat toch met rijmen? Waarom vinden veel kinderen met dyslexie dat zo lastig? In dit artikel leggen we uit welke vaardigheden je nodig hebt om goed te kunnen rijmen en geven we een paar tips hoe je deze vaardigheden kunt trainen.
Rijmen: voorwaarde om te leren lezen
Op jonge leeftijd kunnen kleuters vaak al rijmen (en doorrijmen met de meest onzinnige woorden!). Dit leren ze vooral door versjes en liedjes. Jonge kinderen beschikken dus al over een gevoeligheid om met klankstukjes om te kunnen gaan. Rijmen zegt daarmee indirect iets over het taalgevoel. Maar het zegt nog niks over of een kind het woord kan schrijven of de betekenis van het woord kent.
Goed kunnen rijmen is één van de voorwaarden om te leren lezen. Kinderen met dyslexie hebben moeite met de klankstructuur van een woord. Omdat ze niet goed weten welke klanken samen een woord vormen, zijn ze veel minder gevoelig voor rijm. En juist het kunnen rijmen geeft aan dat een kind zich ervan bewust is dat woorden in stukjes verdeeld kunnen worden en dat verschillende woorden gelijkklinkende stukjes kunnen hebben.
Maak de taal eenvoudiger
Een kind dat zich ervan bewust is dat stukjes in woorden gelijk kunnen klinken, kan sneller woorden benoemen. Neem bijvoorbeeld het zinnetje ‘haaien kun je niet aaien’. Door er alleen al naar te kijken zie je dat er twee keer bijna hetzelfde staat. Het zou dus sneller te lezen moeten zijn dan ‘leeuwen kun je niet aaien’.
Kinderen met dyslexie hebben hier veel meer moeite mee. Tijdens onze dyslexiebehandelingen leren we ze de taal eenvoudiger te maken. Dit doen we door symbolen aan klankstukjes te koppelen.
Symbolen en klankstukjes
Het woord ‘leeuw’ bestaat uit twee klankstukken: ‘l’ en ‘eeuw’. We koppelen symbolen aan deze klankstukken: medeklinkers (zoals de ‘l’) krijgen een < en viertekenklanken (zoals ‘eeuw’) krijgen het symbool IIII. Op deze manier maken we de klankstructuur een beetje eenvoudiger. Je hoeft nu niet alle letters apart te lezen bij het woord ‘leeuw’, om vervolgens na lang worstelen en stoeien met het woord bij ‘leeuw’ uit te komen. Het heeft slechts twee klanken en niet vijf letters. Dat scheelt een hoop! Door symbolen aan klanken te koppelen maken we het lezen eigenlijk een stukje eenvoudiger. Het helpt kinderen ook bij woorden als ‘boom’. De ‘oo’ is een lange klank. We noteren hierbij een lang streepje, dus je leest hem ook lang. ‘Boom’ bestaat daardoor uit drie klanken en niet uit vier letters.
Aan de slag: oefenen met rijmen
Zoals gezegd is rijmen belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen. Veel kleine kinderen rijmen vooral uit hun hoofd. Bij kinderen met dyslexie kun je ook op papier rijmen of met behulp van plaatjes. Begin klein, met korte woordjes die bekend zijn bij het kind:
muis – huis
steen – been
kat – rat
schaap – slaap
muur – vuur
Maak het inzichtelijk door de stukjes van het woord die hetzelfde zijn en rijmen een kleurtje te geven. Je kunt op internet ook rijm-werkbladen vinden, met bijvoorbeeld een rijtje met vijf plaatjes waarbij het woord van één van de plaatjes niet rijmt.
Sinterklaasgedicht
Ook al vinden kinderen met leesproblemen of dyslexie het lastig, blijf vooral rijmen! In dit artikel ‘Vijf tips die het voorlezen van een sinterklaasgedicht vergemakkelijken’ lees je hoe je ook kinderen die écht niet van lezen houden een gedicht kunt laten schrijven en voorlezen.
Blijf dus vooral lekker rijmen met elkaar,
Ook al is het soms een beetje zwaar.
We helpen elkaar!