Ondersteuningsniveau 2 en 3 in het PO

Goede begeleiding bij lees- en spellingproblemen

Het herkennen en aanpakken van lees- en spellingproblemen is van groot belang bij leerlingen. Tijdige ondersteuning kan voorkomen dat de leerling op grotere achterstand raakt en zorgt voor meer lees- en spellingmotivatie. Het is immers niet leuk en motiverend om iets te moeten doen wat je moeilijk vindt. Maar hoe zit het ook alweer met de ondersteuningsniveaus? En waar moet je op letten bij de ondersteuning op niveau 3? Orthopedagoog-generalist Noor van der Windt legt uit. 

Ondersteuningsniveau 1 en 2

Ondersteuning bij het (leren) lezen en spellen is ingedeeld in vier ondersteuningsniveaus. Ondersteuningsniveau 1 bestaat uit goed lees- en spellingonderwijs in de klas. Onder ondersteuningsniveau 2 valt extra begeleiding in de klas. Naast goed lees- en spellingonderwijs in de klas biedt de leraar daarnaast verlengde en verdiepte instructie, en meer begeleide inoefening en oefentijd.

Ondersteuningsniveau 3

Ondersteuningsniveau 3 gaat nog een stapje verder. De leraar gaat door met het aanbod op niveau 1 en 2 en biedt daarnaast specifieke interventies in overleg met de lees-/spellingspecialist. Deze interventies zijn afgestemd op het niveau en/of de hiaten in de ontwikkeling van de leerling. Ook krijgt de leerling een langere instructie van minimaal 60 minuten per week. Dit mag individueel, maar kan ook in kleine groepjes van maximaal vier leerlingen. Het is belangrijk dat je hierbij een handelingsplan opstelt zodat je duidelijke doelen formuleert en nastreeft. Dit plan heb je ook nodig als een leerling doorstroomt naar ondersteuningsniveau 4.

Ondersteuningsniveau 4

Als de leerling onvoldoende vooruitgang boekt op lees en spellingniveau en al voor langere tijd bij de zwakste 10 procent van de lezers en spellers hoort, dan komt hij of zij wellicht in aanmerking voor vergoede dyslexiezorg. Ondersteuningsniveau 4 bestaat uit behandeling door een gespecialiseerde gedragswetenschapper. De intensiteit en de manier waarop begeleiding aan leerlingen met lees- en spellingproblemen wordt vormgegeven hangt dus af van de mate van achterstand en hardnekkigheid. Op de website van Dyslexie Centraal vind je duidelijke uitleg in tekst, video en een infographic.

Met deze tips boek je het beste resultaat:

  • Zorg dat de ondersteuning op niveau 3 goed aansluit op het niveau van het kind. Je kunt er ook voor kiezen om binnen de school ondersteuningsgroepjes samen te stellen met kinderen uit verschillende klassen, maar die wel op hetzelfde niveau lezen en/of spellen zitten. Wanneer je deze groepjes tegelijk samen laat komen, hoeft er maar één leraar tijd vrij te maken om deze leerlingen te ondersteunen. In overleg met de intern begeleider kan gekeken worden naar een handig moment schoolbreed, bijvoorbeeld tijdens het zelfstandig werken.

  • Het is belangrijk dat je bij ondersteuningsniveau 3 scherp hebt welke doelen je nastreeft voor de leerling. Bekijk goed waar een kind uitval laat zien. Het komt weleens voor dat voor een heel groepje zwakke lezers dezelfde aanpak wordt gebruikt. Voor sommige leerlingen is dit dan te hoog gegrepen, waardoor je weinig resultaat boekt.

  • Let erop dat de ondersteuning op alle niveaus gestapeld moet worden. Als een kind ondersteuning op niveau 4 krijgt, is ondersteuning op niveau 2 en 3 óók nog steeds nodig. Kort de leerling daar niet op; hij of zij heeft alle extra lees- en/of spellinguren hard nodig.

  • Maak een keus voor een interventieprogramma dat past bij de mogelijkheden op school. Zo kan de inzet van een computerprogramma (zoals bijvoorbeeld Bouw!) schelen in de inzet van personeel, terwijl je wel gericht aan individuele doelen per leerling werkt. Het blijft wel altijd belangrijk dat de leesspecialist of intern begeleider het proces monitort.

Op de afbeelding boven: Noor van der Windt, orthopedagoog-generalist bij 1801

Ga naar de Kennisbank

Heb je een vraag? Neem dan contact met ons op.