Luisteren naar de stem van de leerling

"Maak er een gewoonte van om naar de stem van de leerling te luisteren. Niet omdat het moet, maar omdat het echt helpend kan zijn in het zoeken naar kansen en mogelijkheden in de ondersteuning". 

Aan het woord Marije Buiting, onderwijsadviseur bij 1801: "Een leerling van nu kan vaak prima uitleggen wat er speelt en meedenken over hoe de ondersteuning aan hem of haar eruit kan zien. Daarom is op 1 augustus 2024 de wet ‘Versterking positie ouders en leerlingen in het passend onderwijs’ in werking getreden. Hierin is het hoorrecht van kinderen expliciet geregeld. Leerlingen dienen structureel gehoord te worden in beslissingen die hem of haar aangaan en leerlingen mogen meepraten over hoe hun eigen ondersteuning eruit komt te zien. Volgens de wet moeten zij daarin beschouwd worden als een gelijkwaardige partner." 
Marije geeft hieronder een aantal tips over hoe je de leerling bij 'de oplossing' kunt betrekken. 

Tips bij het voeren van een gesprek met leerlingen

  1. Zie de leerling als een volwaardige gesprekspartner. Gespreksvoering verloopt moeizamer als de volwassene daar niet van uitgaat.
  2. Geef goed de aard, het onderwerp en doel van het gesprek aan. Duidelijkheid hierover is van belang voor de kwaliteit van de gespreksvoering. Ga er niet vanuit dat (vooral jongere) leerlingen wel zullen snappen wat jouw bedoeling is.
  3. Geef expliciet aan dat je vragen gaat stellen waar je zelf het antwoord niet op weet en je dus ook niet gaat helpen bij het antwoord. In een onderwijssituatie zijn leerlingen namelijk gewend om vragen te krijgen waar de leerkracht het antwoord al op weet en hulp te krijgen als ze het antwoord niet weten.
  4. Bedenk van tevoren een goede open startvraag en bedenk vooraf wat de belangrijkste vraag van het gesprek is zodat die zeker aan bod komt.
  5. Stel altijd doorvragen. Dit heeft meerdere voordelen (je gaat dieper op een onderwerp in, laat de ander merken dat je hem/haar serieus neemt, je voorkomt misverstanden, maakt dieper contact).
  6. Neem alles wat de leerling aandraagt als mogelijke oplossing serieus, ook als dit een onmogelijke, onrealistische optie is. Geef geen commentaar of oordeel, want dat stopt het proces. Want ook de meest onrealistische oplossingen of ideeën kunnen leiden tot goed werkbare oplossingen. De kans op sociaal-wenselijke antwoorden neemt ook af als ieder antwoord welkom is. Geef wel aan dat je samen gaat kijken naar oplossingen waar jullie allebei tevreden mee zijn, dus dat niet alle aangedragen ideeën ook echt uitgevoerd kunnen worden (om valse verwachtingen te voorkomen).
  7. Stel in principe open vragen. Gesloten vragen kunnen soms wel helpend zijn om het gesprek op gang te helpen.
  8. Stel niet teveel vragen en laat ook ruimtes (stiltes) tussen de vragen en antwoorden.
  9. Waarom-vragen kunnen uitnodigend zijn om verder te vertellen, maar kunnen ook voelen als een beschuldiging. Gebruik daarom andere bewoordingen (Wat maakt dat, hoe komt het dat).
  10. Rond het gesprek goed af zodat de leerling niet met spanning of vragen achterblijft. Geef duidelijkheid over het vervolg.
  11. Bedank de leerling voor het gesprek en geef na het gesprek de leerling de mogelijkheid om even ‘uit te razen’.
  12. Als laatste: maak het voeren van gesprekken met leerlingen niet te zwaar en doe er niet ‘geheimzinnig’ over, hou het laagdrempelig.


Gebruikte bronnen:

o Luister je wel naar mij. Gespreksvoering met kinderen tussen vier en twaalf jaar. Martine F. Delfos

o How2Talk2Kids. Effectief communiceren met kinderen. Adele Faber, Elaine Mazlish

Ga naar de Kennisbank

Heb je een vraag? Neem dan contact met ons op.