Gedichten lezen als je dyslexie hebt: zo doe je dat!
Sinterklaas is weer in het land. Een periode vol gezelligheid, pepernoten en ander lekkers, en cadeautjes. Ook op school wordt er vaak feest gevierd. Vanaf groep 5 helpen leerlingen de Sint vaak een handje en trekken ze lootjes in de klas. De kinderen maken een mooie surprise voor een klasgenoot, schrijven een gedicht en zorgen voor een leuk cadeautje. Maar dat gedicht… Kinderen met dyslexie kunnen er dagen tegenop zien om dat te moeten voorlezen in de klas. Met deze tips kun je kinderen met dyslexie helpen.
1. Begrip en respect
Het is belangrijk dat er in de klas begrip en respect voor elkaar is. Dat klasgenoten weten wat dyslexie is en wat dit voor iemand betekent. Vaak weten kinderen heel goed van elkaar waar ze goed in zijn en waar ze moeite mee hebben. Als klasgenoten begrijpen dat een kind moeite heeft met het lezen en spellen, maar ook wat dyslexie is en hoe ze hun klasgenootje eventueel kunnen helpen, ontstaat er begrip voor de situatie. Dat kan tijdens het voorlezen van een gedicht enorm helpend zijn. Maak dyslexie daarom bespreekbaar in de klas. En mocht het kind voldoende zelfvertrouwen hebben, dan kan het bijvoorbeeld ook een keer een spreekbeurt over dyslexie geven. Ons spreekbeurtpakket kan daarbij helpen!
2. Makkelijk leesbaar lettertype
Vaak zie je dat gedichten in mooie, sierlijke letters geschreven worden, zoals ‘monotype corsiva’. Het lijkt net op het handschrift van Sinterklaas of één van zijn Pieten, maar is voor leerlingen met dyslexie extra lastig om te lezen. Weet je wie het lootje van een kind met dyslexie heeft getrokken? Vraag dan of hij of zij het gedicht wil schrijven in een prettig leesbaar lettertype, zoals Arial of Calibri.
3. Grote letters en ruime regelafstand
Vaak vinden kinderen met dyslexie grotere letters fijner of gemakkelijker om te lezen. Zet de lettergrootte in Word daarom op minimaal 12. Zorg ook dat de zinnen niet te dicht op elkaar staan. Ruimte tussen de zinnen maakt een tekst voor een kind met dyslexie ook gemakkelijker leesbaar.
4. Één zin op één regel
Maak gebruik van een voorspelbare rijmstructuur, zoals A-A-B-B. Dit maakt het lezen voor een kind met dyslexie ook eenvoudiger, gezien de voorspelbaarheid van de woorden. En zet maar één zin op één regel. Zo houd je het lekker overzichtelijk. Kijk maar:
- Variant 1 (één zin op één regel)
Sinterklaas zat te denken
wat hij Jan zou schenken.
Hij is de stad in gegaan
en wist meteen welk cadeau hij moest inslaan.
- Variant 2 (meerdere zinnen op één regel)
Sinterklaas zat te denken wat hij Jan zou schenken. Hij is de stad in gegaan en wist meteen welke cadeau hij moest inslaan.
5. Voorbereiding: al een keer oefenen
Als leraar kun je eventueel met de leerling met dyslexie overleggen of hij of zij het prettig vindt om het gedicht al even een keer te lezen, voordat de Sinterklaasviering gaat plaatsvinden. Zo weet het kind wat er in het gedicht staat en wordt het niet ‘overvallen’ door de inhoud of door moeilijke woorden. Het kind zal op deze manier met meer zelfvertrouwen het voorleesmoment ingaan. Je kunt ook vragen of het kind het fijn vindt als iemand anders het gedicht (samen met hem of haar) leest. Geef het kind hierin keuzevrijheid en de mogelijkheid om mee te denken.
Hopelijk wordt het op deze manier voor iedereen een heerlijke Sinterklaasviering. Veel plezier alvast!