Wist je dat executieve functies bijdragen aan het schoolsucces? En dat planning en aandacht net zo belangrijk zijn als letterkennis voor het leren lezen? Door de executieve functies van jouw leerlingen te trainen en te versterken, kunnen zij zichzelf beter aansturen en heb jij als leraar meer tijd om je leerlingen te observeren of te begeleiden. In dit artikel lees je hoe je dit doet.
Goed kunnen functioneren in de groep vraagt heel wat van een leerling. Aandacht goed kunnen richten, impulsen onderdrukken, informatie onthouden en verwerken, plannen en emoties reguleren; allemaal vaardigheden die te maken hebben met de executieve functies of zelfsturing. Dit is het aansturen van je denkprocessen om een doel te bereiken. Het versterken en trainen van de executieve functies kun je integreren in de dagelijkse klassensituatie. Bijvoorbeeld zo:
Door het spelen van een rollenspel kun je veel executieve functies bij leerlingen aanspreken. Neem bijvoorbeeld het spelen van doktertje: één kind speelt de dokter, het andere kind de patiënt. Voorafgaande aan het spel laat je de kinderen het spel plannen, door samen te overleggen waar het spel plaatsvindt, wie welke rol toebedeeld krijgt en welke gebeurtenis zich voordoet. Vervolgens moeten kinderen deze spelregels onthouden en hun aandacht op het spel kunnen blijven richten. De patiënt leert om zijn impulsen te onderdrukken; hij mag immers niet zomaar de stethoscoop van de dokter afpakken, ook al ziet deze er interessant uit! Het mooie van een rollenspel is dat kinderen elkaar kunnen reguleren; ze kunnen elkaar wijzen op de spelregels die ze vooraf samen hebben bedacht. Daarbij leert een kind om zijn of haar emoties te reguleren. En als leraar heb jij intussen de tijd om te observeren hoe het gaat en welke vaardigheden eventueel nog bijgestuurd moeten worden.
Wanneer je merkt dat een kind een vaardigheid nog niet onder de knie heeft, kun je het kind ondersteunen door de techniek van ‘scaffolding’ toe te passen. Scaffolding is het Engelse woord voor ‘steiger’. Je bouwt een steiger aan hulp op, en wanneer het kind de vaardigheid beheerst, bouw je de steiger langzaam weer af. Een kind dat het lastig vindt om zijn werk te plannen kun je bijvoorbeeld helpen door een schema samen te stellen en een laatjessysteem te ontwikkelen. In het schema correspondeert de eerste taak met laatje één, en de tweede taak met laatje twee, enzovoort. Doe dit eerst voor, daarna samen en laat het kind het daarna zelf doen. In deze zone van de naaste ontwikkeling leer je het kind steeds meer zelf te doen. Wanneer dit goed gaat, haal je de laatjes weg en als dat ook gaat, kun je ook het schema wegnemen.
In je dagelijkse lessen train je onbewust al vaak de executieve functies van kinderen. Door je hier bewust van te zijn, kun je dit met wat meer aandacht (en sturing in spel!) uitbouwen. Hulpmiddelen die je zou kunnen inzetten om de executieve functies te ondersteunen, zijn bijvoorbeeld een stoplicht, vragenblokje, kleurenklok, time-timer, kalender, dagritmekaarten of stappenplan (Meichenbaum). Ook met spelletjes als SET (impulscontrole/flexibel denken) en Memory (werkgeheugen) worden de executieve functies getraind. Veel plezier en succes!
Wil je meer informatie over executieve functies, of wil je op jouw school een training over executieve functies organiseren? Neem dan contact op met Francien Hogervorst.